Laatste editie: Juli 2017 HomeJuli 2016 › Wie pompt er weer bloed in het Nijmeegse winkelhart

Wie pompt er weer bloed in het Nijmeegse winkelhart

Geen panklare oplossing voor de leegstand

Nijmegen telt ruim 102.000 vierkante meter winkeloppervlak, bijna vijfhonderd winkels, in de binnenstad. En een indrukwekkende rij faillissementen. De ketens vielen bij bos­jes dit jaar: V&D, Schoenenreus, Dixons, Scapino en zeer recent Scheer & Foppen. De lokale overheid en marktpartijen staan onder druk om dit probleem op te lossen. Maar wie gaat het tij keren? En, hoe heeft het eigenlijk zo ver kunnen komen?

Foto leegstaand V&D NijmegenLeegstand pand van het voormalige V&D-warenhuis

Het leeg­stands­cijfer bedroeg in december 2015 negen procent. En dat was nog voor­dat de eerste grote keten, V&D, fail­liet ging. Een aan­zienlijk deel van de winkel­voor­raad in het cen­trum van Nij­me­gen staat leeg. Ge­alarmeerd door de hoge leeg­stands­cijfers onder­zocht en analy­seerde de ge­meen­te de situatie van de bin­nen­stad en presen­teer­de haar bevindingen in de om­vang­rijke nota ‘Bin­nen­stad van de toe­komst’. Daar­in ontvouwt de ge­meen­te plan­nen om de leeg­stand van winkel­panden in de Nijmeegse bin­nen­stad tegen te gaan. Wet­houder Ben van Hees, met in zijn por­tefeuille de bin­nen­stad, is trots op de nota. „Er zijn be­lang­rijke zaken ont­wik­keld, zoals een pan­den­bank. Dit is een data­base waarin alle leeg­staan­de panden staan met uit­gebreide infor­matie erover. We identificeren de leeg­stand, zoeken de vast­­goed­­ei­ge­n­aar op en gaan dan met hem praten over wat er mogelijk is.”

A1-locaties

In de nota is ook een rol weg­gelegd voor de eige­naren van het com­mer­ciële vast­goed. Ton Hen­driks, met af­stand de grootste vast­goed­onder­nemer van Nijmegen, haalt zijn schouders op over de nota. „Zo werkt de ver­koop niet. Alle land­e­lijke ketens zijn voor­name­lijk geïnteres­seerd in A1-lo­ca­ties. In Nijmegen is dat bij­­voor­beeld de Broerstraat. De grote ketens be­gin­nen altijd met winkels in Amsterdam. Daar­na vindt er een uit­rol in het land plaats, waar­bij Nijmegen on­ge­veer een tien­de plaats inneemt. De ver­koop gaat vol­ledig via de hoofd­kan­tor­en in de Rand­stad en ma­ke­laars uit het west­en. Geen enkel Nijmeegs initiatief heeft daar invloed op.” Hendriks vindt dat de ge­meen­te moet zorgen voor goede rand­voor­waarden. „Levendigheid van de stad is het tover­woord”.

Foto leegstaand pand Van Blue Moon faashionLeegstaand winkelpand op de hoek van de Eerste Walstraat en de Molenstraat

Maarten Mulder, de binnenstads-manager, ver­bonden aan het Huis voor de Binnen­stad, is op­timistisch ge­stemd over de uitgangs­positie van Nijmegen en ziet juist kansen voor de stad: „De uitgangs­positie van Nijmegen is goed. De stad is een aan­trek­ke­lijke vestigings­plaats, met mooie pan­den in het cen­­trum en een groei­­en­de be­volk­ing”. Kritisch is hij ook: „Het creëren van retail bui­ten de stad is niet wens­elijk. Zoals het idee om een retail­park in Ressen te ont­­wik­­kel­­en. Daar­­mee leg je extra druk op de bin­­nen­­stad, omdat de retail­ruimte daar niet gevuld wordt.” Hij ver­volgt: „Je moet kijken naar het detail­­han­dels­­plan. Het is on­vermij­de­lijk dat er krimp plaatsvindt. Maar zorg er dan voor dat dit niet in de bin­nen­stad gebeurt.”

Prijskoper

Hoewel het in de basis gaat om het verhuren van com­mer­ciële winkel­ruimte, is het pro­duct dat ver­kocht moet worden in wer­ke­lijk­heid veel om­vang­rijk­er. Eigen­lijk wil de ge­meen­te Nij­me­gen een aan­trek­ke­lijk imago ver­ko­pen. Om­dat dat niet goed te de­finiëren is, be­moei­en zich zo­veel par­tij­en met de acquisitie: ge­meen­te, markt­partij­en, Huis voor de Bin­nen­stad. Zij doen hun best, al vin­den ze el­kaar niet altijd, om de voor­waar­den te schep­pen voor een aan­trek­ke­lijke, le­vendige stad. Maar, welke rol speelt de con­su­ment in deze situatie?

Foto leegstaand pand Van Welderenstraat 81Leegstaand winkelpand Van Welderenstraat 81

Volgens cijfers van het CBS trekt de eco­no­mie al twee jaar aan. De lokale on­der­ne­mers merken daar echter niets van en zien hun omzet onder druk staan. Hoe kan het dat het stads­cen­trum, waar het van ouds­her draaide om win­kel­en, het moei­lijk heeft? Wat is er aan de hand met het koop­­­ge­­drag van de con­su­ment? De Neder­land­er, en dus ook de Nij­me­ge­naar, is een prijs­ko­per die graag be­reid is om in de rij te gaan staan om een broek een euro voor­de­liger te kopen bij de Pri­mark, maar het onzin vindt om een broek, van hoogst­waar­schijn­lijk betere kwa­li­teit, te kopen bij een kleine zelf­stan­dige, en zo meer krijgt voor zijn geld. Te­ge­lijk­er­tijd geeft die­zelf­de con­su­ment aan een aan­trek­ke­lijk straat­beeld en een ge­zel­lige bin­nen­stad be­lang­rijk te vin­den en ergert hij zich aan leeg­staan­de pan­den.

Deze ergernis heeft vrijwel direct te maken met zijn koop­­ge­­drag. Maar het kwart­je moet mis­schien nog val­len. Het is on­mo­ge­lijk om de di­ver­si­teit aan leuke, bij­zon­dere win­kel­tjes te be­houd­en als deze ver­vol­gens niet kun­nen be­staan, sim­pel­weg door­dat er niets wordt ge­kocht. Daar kan een nota hoogst­waar­schijn­lijk wei­nig aan ver­an­der­en.

foto's: Jan Lintsen

[Reageren op dit artikel? Neem contact op met de redactie via het contactformulier]
 

Social Media:

Laatste editie:

  • De Nijmeegse Stadskrant
  • Postbus 265, 6500 AG Nijmegen
  • tel: 024 - 388 85 07
  • redactie@denijmeegsestadskrant.nl