Hoe Nijmeegs is NEC? Ja, de eerste letter verwijst naar Nijmegen, maar dat slaat op de kwijnende amateurclub NVV Nijmegen die in 1910 fuseerde met Eendracht. Van de spelersselectie is welgeteld slechts één speler geboren in Nijmegen. En voor wie zo nodig anti-Vitesse of anti-Arnhem is: in de selectie zit ook een in Arnhem geboren speler.
Om kort te gaan: NEC bestaat voornamelijk uit niet-Nijmeegse huurlingen van wie meer dan de helft uit het buitenland komt. Spelers gaan simpelweg naar de club die het meeste biedt. Zelfs ‘Ajacied’ Johan Cruyff verruilde in 1983 Ajax net zo gemakkelijk voor aartsrivaal Feyenoord. Clubtrouw is louter show en vooral een marketingstrategie om supporters erin te luizen. Met dat achterhaalde sentiment laten zij zich geld uit de zak kloppen voor ‘hun cluppie’.
Stel dat het de KNVB lukt om de Argentijn Lionel Messi voor het Nederlands elftal te strikken. Gewoon een flink geldbedrag neertellen en even de Nederlandse nationaliteit voor hem regelen. En vooruit, de Nijmeegse miljardair Marcel Boekhoorn doet als voetballiefhebber ook nog eens een fikse donatie waarmee de Portugees Cristiano Ronaldo zich laat overhalen om voor Oranje uit te komen door de Nederlandse nationaliteit aan te nemen. Hoe Nederlands is dan nog het Nederlands elftal?
Het enige Nijmeegse aan NEC is dat de club in Nijmegen is gevestigd. Maar in de kern is het een commerciële onderneming. Met duur ingehuurd personeel op het veld. Nu wil de directie via een handigheidje geld aftroggelen van de Nijmeegse belastingbetaler.
Het is niet de eerste keer dat NEC met een truc uit de gemeentekas plukt. Ter voorkoming van een financiële ondergang verkocht NEC in 2002 het Goffertstadion, dat in 1987 voor 1 gulden was gekocht, terug aan de gemeente voor twaalf miljoen euro. Na aftrek van de bouwkosten voor het nieuwe stadion dat twee jaar ervoor was gebouwd, streek NEC een vette winst op van vier miljoen euro.
Tegelijk sloot NEC toen een huurcontract af van 40 jaar voor een budgetneutraal bedrag van zeven ton per jaar, waarbij het onderhoud voor rekening was voor de club. En zo was NEC financieel gered. Van dat onderhoud kwam weinig terecht. Geld voor vernieuwing werd vooruitgeschoven. Er ontstond zelfs een huurschuld.
Nu het uitgeleefde stadion dringend toe is aan modernisering, wil NEC het opnieuw voor een habbekrats overnemen. Door het wegvallen van de huurlasten kan NEC er dan voor anderhalf miljoen euro aan vertimmeren. Gaat de gemeente niet akkoord, dan dreigt NEC met verhuizen naar een andere plek. Een loos dreigement, want het huurcontract tot 2043 is niet opzegbaar.
Niet de belastingbetaler moet opdraaien voor een beter NEC-stadion, maar de eigen supportersschare. En anders is het jammer maar helaas. Profvoetbal is nu eenmaal commercieel amusement.