Op Heumensoord, waar tijdens de Vierdaagse militairen bivakkeren, verrijst een noodopvang voor 3000 vluchtelingen. De grootste in Nederland. Grandioos zijn daarbij de vele ondersteunende aanbiedingen van Nijmegenaren, instellingen en clubs. Trots op Nijmegen kun je hierop zijn.
Als Nederlander bekruipt je echter een gevoel van schaamte dat tijdens het vluchtelingendebat de politieke pyromaan Weert Gilders met zijn nep-blonde haren de Tweede Kamer een nep-parlement noemt, en vervolgens flink stijgt op de politieke barometer.
Terwijl Wilders zelf de grootste nep-democraat is met zijn Partij Van Volksverlakkerij. Ze is de enige ondemocratische politieke partij van Nederland, want naast hem kan er niemand lid van worden. Zelfs gekozen PVV-volksvertegenwoordigers kunnen geen lid worden van zijn nep-partij.
Wie herinnert zich nog hoe Wilders tekeer ging tegen de aansluiting van Midden- en Oost-Europese landen bij de Europese Unie en afschilderde als bedreiging voor van alles en nog wat? Terwijl hij zelf is getrouwd met een Midden-Europese importbruid. Wilders kan beter verhuizen naar het land van zijn vrouw. Daar voelt hij zich geheid beter thuis, gelet op hoe mensonterend de Hongaarse regering omspringt met vluchtelingen. En dat terwijl West-Europa nog geen 60 jaar geleden ruim 200.000 Hongaarse vluchtelingen ruimhartig onthaalde na het neerslaan van de Hongaarse opstand door de toenmalige Sovjet-Unie. Zonder stemmingmakerij of ze nou economische gelukszoekers waren.
Het aanwakkeren van angst voor medemensen is oproerkraaier Wilders’ grote troef. Zelf zegt hij te staan voor het opkomen van christelijke waarden, maar het kernbegrip naastenliefde is hem onbekend. In plaats van medemenselijkheid uit te dragen, hitst hij mensen op met het fascistoïde ‘eigen volk eerst’ en neemt daarmee menigeen op sleeptouw.
Misselijkmakend is bijvoorbeeld hoe ene Anita de Bie uit Brakkenstein in De Gelderlander mag vertellen dat zij door de komst van het noodkamp in Heumensoord straks ’s avonds niet meer in het bos durft te lopen. Bang als zij is voor mensen die niet eens meer veilig zijn in hun eigen huis – als dat nog bestaat – en daarom alles achter zich hebben gelaten.
Geen land is ooit ten onder gegaan aan een grote toestroom van vluchtelingen. In de Gouden Eeuw bestond de Leidse bevolking bijvoorbeeld voor bijna driekwart uit vluchtelingen. De stad puilde uit, er waren complete wijken waar geen Nederlands werd gesproken. Het bracht de stad naar een economisch en cultureel hoogtepunt.
Zo’n noodkamp voor 3000 vluchtelingen lijkt misschien spectaculair, maar is natuurlijk nog niets in vergelijking met de ruim 40.000 wandelaars uit alle windstreken die Nijmegen weet onder te brengen tijdens de Vierdaagse. Als we echt willen, is er nog plaats genoeg in Nijmegen.