Op tientallen plekken dook die in het voorjaar van 2012 ineens op: een muurkrant onder de naam de Vlegelcourant. De prikkelende kop ‘Wietbeleid truttigheid’ stond ook op massaal geplakte stickers. Daar bleef het niet bij. Met onregelmatige tussenpozen verlevendigde de Vlegelcourant het Nijmeegse straatbeeld met nog vier edities. De enthousiaste makers lopen over van ideeën.
„Het mag niet wat we doen, maar eigenlijk kan niemand het ons echt kwalijk nemen”, aldus een van de drie initiatiefnemers van de Vlegelcourant. Deze muurkrant verschijnt sinds vorig jaar, illegaal geplakt op uitgekiende plekken in Nijmegen. Inmiddels bestaat de kerngroep uit zes gedreven personen tussen twintig en dertig jaar, deels studerend, deels werkend of baanloos. Hun namen willen ze net als vele andere street-artkunstenaars niet in de krant.
Hun opvallende project komt voort uit irritatie over het van de ene hype naar de andere rollen door de media. „Die leuteren dan een of twee weken eindeloos over een onderwerp, en zodra zich een nieuwe hype aandient, hoor je er niks meer over.” In zijn vriendengroep, waar chillend met een biertje en jointje vaak maatschappelijke thema’s aan de orde komen, ontsproot de wilde gedachte om zelf te hypen. „Maar dan op tegenovergestelde wijze, zoals Marokkanen massaal aan de yoga.”
De naam Vlegelcourant ontstond spelenderwijs. „Enkelen van ons organiseerden al onder de naam Vlegel via de sociale media kleinschalige feesten, en de schrijfwijze courant maakt het wat chiquer dan gewoon krant.” De bladtitel staat in de letters van de Volkskrant. „Als de Volkskrant hierover boos wordt, is dat tegelijk een erkenning dat ze ons serieus nemen”, glimlacht de maker. Hij had daaraan nog een flinke klus. Omdat het niet lukte dat lettertype te vinden, moesten de ontbrekende letters zoals de g en c zelf worden gemaakt.
Maart 2012 was het dan zover: de Vlegelcourant zag het daglicht. Geheel gemaakt door henzelf en in een oplage van zo’n honderd stuks, gedrukt via een bevriend contact. Met kwast en plaksel gingen ze ’s nachts op pad om hun muurkrant overal in de stad aan te brengen.
De ervaring van enkelen die als vriendendienst wel eens posters plakten voor feesten, kwam daarbij van pas. Al moest voor de Vlegelcourant wel naar speciale plekken worden gezocht. „De gangbare plakplaatsen als bijvoorbeeld elektriciteitskastjes voldoen niet voor de Vlegelcourant. Deze moet hangen op ooghoogte en waar het rustig genoeg is zodat mensen daar kunnen stilstaan om te lezen”, vertelt een ander groepslid van het eerste uur.
Onder de pakkende kop ‘Wietbeleid Truttigheid’ kaartte de groep in de eerste Vlegelcourant de onzin rond de wietpas aan. Deze aanhef verscheen tevens op een duizendtal door henzelf bekostigde stickers. Met deze stickers wil de groep zich tegelijk als street art manifesteren. „De vorm hebben we hierin nog niet gevonden”, licht een groepslid toe. „Geen van ons kan goed tekenen en we namen daarom de kop als slogan om de Vlegelcourant in bekendheid te ondersteunen”. Alleen bij de eerste drie Vlegelcouranten lieten ze soortgelijke stickers maken. Louter de krantenkop op stickers vonden ze uiteindelijk te oppervlakkig, met de krant konden ze er inhoud aan geven.
‘Geen haast, geen spijt. Leven is geen wedstrijd’, luidde de opening van de tweede Vlegelcourant. „We willen hiermee een meer positieve boodschap uitdragen om mensen aan te zetten tot bezinning”, licht een ander groepslid toe. Het maandelijks uitbrengen van een Vlegelcourant bleek daarna niet haalbaar. Indachtig de krantenkop nam de groep de tijd voor de derde Vlegelcourant, welke in het najaar van vorig jaar het licht zag met als aanhef ‘Wat is de smaak van eenheidsworst?’.
Dit pleidooi voor meer eigenheid zetten de makers dit voorjaar voort in het vierde nummer dat inhaakt op de Facebookrellen te Haren. De slotzin daarvan, ‘Spontaniteit en creativiteit hebben tenslotte geen vergunning nodig’, spreekt hen het meest aan. Want in de zomer van 2012 besloot de vriendengroep zichzelf meer te structuren als een soort koepel onder de naam De Vlegel die naast het uitbrengen van de muurkrant tevens feesten organiseert. Ook feesten zonder vergunning, maar zonder dat er rotzooi van komt. Als logo viel de keuze op een potlood en een katapult welke elkaar kruisen. „De katapult verwijst naar de kwajongens die we zijn”, verklaart de groep, „en het potlood naar onze teksten”.
Het plakken van Vlegelcouranten bleek niet zonder risico. Dat ervoer de groep toen ze in april met het laatste nummer over de rijkdom van het koningshuis de boer op ging in Amsterdam. Verliepen de nachtelijke activiteiten in Nijmegen altijd probleemloos, in de hoofdstad greep de politie in. „Het was daags voor de inhuldiging. Wachtend op de tram brachten we, nadat we bijna klaar waren met plakken, nog even een krant aan bij de halte. Prompt stopte er een politiewagen. Gelukkig verliep het allemaal relaxt. De agenten namen de spullen in beslag en noteerden onze namen.” Een boete bleef vooralsnog uit.
Een nieuwe activiteit van de groep is de ‘tegelactie’, zoals ze dat noemen. „We bruisen vaak van losse ideeën, gedachten of kwinkslagen. Zoals ‘Het kwartje valt niet meer’, omdat dit muntstuk verdween met de euro. Een vriendin van ons met een mooi handschrift schrijft dat dan op een A4-sticker, als een soort oud-Hollands tegeltje. In principe bestaat van elke tekst slechts één exemplaar, enkele herhaalden we twee of drie keer.”
Het dure pak met honderd stickervellen raakte sneller op dan voorzien en nu plakt de groep met gewone A4-vellen. Dat blijft beter zitten. Met Loesje voelen ze zich niet echt verwant. „Onze tegels zijn meer een afvalputje om aan onze almaar aanhoudende opwellingen een uitlaatklep te geven.”
De provocerende tegeltjesslogan ‘Alles went behalve Lent’ op de fietsbrug werd iets te serieus genomen door website Zekerwel.nl. „Die verweet ons daarmee zelfs polarisatie. En dat vanwege één enkele A4...” De groep moet erom lachen. Tot dan toe kregen zij alleen positieve reacties, zelfs van een wijkagent die twitterde over de kop ‘Wietbeleid, truttigheid’ uit hun eerste krant.
Omdat de makers graag zicht willen krijgen op hoe het publiek tegen de Vlegelcourant aankijkt, startten zij dit jaar een Facebookpagina (doorklikpagina De Vlegel). „We zien vaak mensen voor de Vlegelcourant staan om die te lezen, maar kunnen moeilijk peilen wat ze ervan oppikken of wat ze ervan vinden. Op straat kom je daar niet achter. Bovendien kunnen we via Facebook de eerdere Vlegelcouranten en de teksten van onze tegels tonen.”
Een andere manier om publiek bij hun activiteiten te betrekken, zijn feesten. Deze organiseren ze via de sociale media, zoals op 11 mei in de culturele broedplaats de Paraplufabriek. „Met dit eerste feest van de Vlegelcourant wilden we publiek betrekken bij de krant. De ruim driehonderd bezoekers schreven vellen vol teksten en ideeën.”
Sinds kort kampt de Vlegelcourant ermee dat iemand de muurkranten massaal beschadigt en daarmee onleesbaar maakt. „Eerst vreesden we dat andere street-artkunstenaars ons wilden dwarsbomen omdat we los van iedereen te werk gaan en niet bekend zijn met dat wereldje. Via via kwamen we te weten dat zoiets niet speelt. Het blijft voor ons een raadsel waarom iemand onze kranten vernielt.”
Met hun Vlegelcourant willen de makers weliswaar aanzetten tot meer spontaniteit en creativiteit, maar als iedereen dat doet, ontstaat er dan niet een nieuwe eenheidsworst? „Dat punt is nog láng niet bereikt”, reageert een groepslid ad rem.