Honderden vrijwilligers stonden afgelopen halfjaar de vluchtelingen van Heumensoord bij. Maar er zijn al tientallen jaren Nijmegenaren vrijwillig actief voor asielzoekers. Voor personen zonder verblijfsstatus, de zogenoemde ongedocumenteerden, is in de loop der jaren een aantal opvangorganisaties ontstaan, dat door vrijwilligers en donateurs en deels door de gemeente wordt gedragen.
Net zoals nu, was er begin jaren negentig een grote toestroom van asielzoekers. Toen vanwege de oorlog in Joegoslavië. In Groesbeek en Nijmegen werden asielzoekerscentra (azc’s) gebouwd en op Heumensoord kwam een tentenkamp. Al snel was er noodopvang nodig voor op straat gezette asielzoekers die hun asielprocedure verloren en die, bijvoorbeeld wegens ziekte, kwetsbaar waren.
In 1994 richtten vrijwilligers het Samenwerkingsverband Nijmegen Opvang Vluchtelingen op dat in 1998 Stichting Noodopvang voor Vluchtelingen (SNOV) werd. Paul Oosterhoff, voorzitter van de stichting en als diaconaal predikant al meer dan dertig jaar betrokken bij dak- en thuislozen in Nijmegen: „Tientallen mensen in Nijmegen uit de kerken en de politiek wilden niet aan de kant blijven staan terwijl er kwetsbare, zieke mensen op straat moesten verblijven.” Terwijl Vluchtelingenwerk Nijmegen zorg droeg voor de vervolgprocedures, gaf de SNOV onderdak en ondersteuning aan mensen zonder verblijfspapieren die uit het azc Nijmegen werden gezet. SNOV werkte samen met de gemeentecommissie voor vreemdelingenzaken. De commissieleden lobbyden geregeld voor individuele gevallen bij hun eigen politieke partijen en de verantwoordelijke minister.
Vanaf 1998 ontving de SNOV subsidie van de gemeente. De toelatingsprocedures duurden in die tijd veel langer dan nu. Terwijl de procedures nu doorgaans twee weken tot acht maanden in beslag nemen, wachtten asielzoekers in die tijd soms wel vijf jaar op een uitslag. De nieuwe vreemdelingenwet uit 2001 zorgde voor kortere procedures, maar de bewijslast kwam nu geheel bij de asielzoekers te liggen. Het recht op opvang verviel na een tweede asielverzoek, bij een medische procedure of bij andere reguliere procedures. Ongeacht gemaakte fouten of de noodzaak van de procedure. Hierdoor werden meer mensen op straat gezet, ook zieken, gehandicapten en jonge kinderen. De SNOV draaide overuren.
Ondertussen kwamen ook mensen uit azc Groesbeek en andere opvanglocaties in de omgeving van Nijmegen op straat te staan. Om deze mensen te helpen, richtte Frans Houtbeckers samen met anderen in 2000 Stichting Gast op. De stichting en haar tientallen vrijwilligers bieden onderdak, voedsel, medische zorg en persoonlijke en juridische begeleiding. Hulp die belangrijk is voor hun welzijn en perspectief. Voor veel van haar gasten kan Vluchtelingenwerk of de juridische groep van Stichting Gast nieuwe procedures starten. Houtbeckers: „We krijgen geregeld te maken met tragische situaties. Zo was er een echtpaar waarvan de man niet kon lopen. Hij kreeg zijn elektrische rolstoel niet mee, want ‘hij had toch geen stopcontact waarmee hij de accu kon opladen’. Hij en zijn vrouw verbleven een tijd bij kennissen waar hij niet kon douchen doordat hij daarvoor een trap moest oplopen. Wij zorgden ervoor dat ze op een ander adres onderdak kregen op de begane grond.” De stichting geeft hulpvragers ook kleding- en voedselhulp en in sommige gevallen geld voor noodsituaties. Het geld komt van donaties, fondsen en acties. Stichting Gast hielp in de beginjaren meer dan honderd ongedocumenteerden per jaar, vooral gezinnen en mensen boven de zestig jaar. Tegenwoordig zijn dat er ongeveer veertig per jaar.
In 2004 werd er landelijk een beperkt pardon ingesteld: een groep van 3.000 afgewezen asielzoekers die al langer dan vijf jaar geen definitief antwoord had gekregen op hun asielverzoek, kreeg alsnog een verblijfsvergunning. Daar zat echter geen enkele cliënt tussen van Gast en SNOV, die merendeels in medische procedures zaten. Nijmegenaren met hart voor de ongedocumenteerden pikten dat niet en richtten een Actiegroep Breed Pardon op. Binnen enkele weken zetten twintig organisaties een manifestatie op waar 700 bezoekers op afkwamen. De actiegroep schreef tientallen brieven naar de toenmalige minister Verdonk en startte rechtszaken. De acties vonden in het hele land navolging. In 2007 kwam een generaal pardon en veel cliënten van Stichting Gast en SNOV kregen alsnog hun verblijfspapieren, onder wie de man in de rolstoel en zijn vrouw.
Na het generaal pardon stelde de overheid dat de gemeenten hun noodopvangen moesten opdoeken, want vanaf nu zouden de asielprocedures snel en duidelijk zijn. De gemeente stopte noodgedwongen de subsidiëring van de SNOV, die in winterslaap ging. Stichting Gast hield haar opvang open. Al snel was duidelijk hoe nodig dat was. De uitzetting van asielzoekers ging onverminderd door.
Er ontstond een vreemde situatie: terwijl de subsidie voor de SNOV was stopgezet, vroeg de gemeente Nijmegen Vluchtelingenwerk een noodopvang te regelen voor de ongedocumenteerden die uit azc Nijmegen werden gezet, maar wier kansen op papieren groot waren. Stichting Gast ving in deze tijd vooral mensen op uit azc Grave met een kansrijke procedure en de heel schrijnende gevallen. De ongedocumenteerden die geen kansrijke procedure hadden, bleven echter op straat. Onder hen waren er velen die geen reispapieren konden krijgen, doordat ze niet konden aantonen waar ze vandaan kwamen.
In de kansarme groep zaten ook veel vrouwen. Uit onderzoek bleek dat de situatie van ongedocumenteerde vrouwen op straat belabberd was. Van alle bevolkingsgroepen in Nederland hadden zij de slechtste gezondheid en het meest te maken met seksueel misbruik. Vrijwilligers van Stichting Gast startten daarom in 2012 een huis voor dakloze vrouwen zonder verblijfspapieren met medische problemen: Stichting Wereldvrouwenhuis Mariam van Nijmegen. De organisatie voorziet in tijdelijke opvang en geeft vrouwen de mogelijkheid een programma te volgen gericht op persoonlijke ontwikkeling, versterking van hun netwerk en verbetering van hun gezondheid. Tetty Havinga, vanaf de start bestuurslid van het Wereldvrouwenhuis: „Het bestuur vindt het heel belangrijk dat vrouwen zelf verantwoordelijk blijven voor hun leven. Wij bieden een aantal maanden opvang en begeleiding en helpen de vrouwen daarna nog enige tijd bij bijvoorbeeld het vinden van onderdak. Daarna moeten de vrouwen weer op eigen kracht verder.” In drie jaar tijd zijn ongeveer zestig vrouwen geholpen. Het streven naar het onafhankelijk blijven van de vrouwen heeft effect gehad. De vrouwen die het programma volgden, hebben samen met enkele vrijwilligers een organisatie opgezet om zelf inkomsten te genereren door maaltijden en hapjes te verzorgen.
Maar er kwamen ook na de oprichting van het Wereldvrouwenhuis asielzoekers op straat terecht. Mannen met géén of kansarme procedures. En vrouwen die het programma van het Wereldvrouwenhuis hadden afgerond, maar toch niet in staat bleken om in hun opgebouwde netwerk onderdak te vinden.
De slapende SNOV werd daarom eind 2014 gewekt om een nachtopvang te maken in Nijmegen. „Het kwam goed uit dat ik geen tijd had gevonden om de SNOV officieel te ontbinden,” zegt Oosterhoff droogjes.
Ondertussen laaide de discussie op dat Nederland de rechten van de mens geweld aandeed door mensen op straat te zetten. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gaf aan dat Nederland minstens voor een bed-bad-broodlocatie moet zorgen, waar mensen onderdak en eten krijgen en zichzelf en hun kleren kunnen wassen. De gemeente besloot de SNOV opnieuw te subsidiëren om nachtopvang te organiseren. Zo kon het SNOV in 2015 dertig mannen ’s avonds en ’s nachts een slaapplaats bieden, en zes vrouwen dag- en nachtopvang in een bed-bad-broodlocatie.
In februari 2016 richtten vrijwilligers van de verschillende opvangen een werkgroep Activiteiten Ongedocumenteerden (AO) op. Deze werkgroep huurt met ondersteuning van Stichting Gast en SNOV een ruimte om overdag activiteiten te organiseren voor ongedocumenteerden. Houtbeckers, medecoördinator van de AO: „Mensen zonder papieren hebben veel stress. Ze zijn merendeels bang om terug te gaan naar hun land, maar missen het wel. Zij hebben iets zinvols nodig om het leven draaglijk te houden. In het azc mochten ze niets doen. Stichting Gast liet hen vanaf haar start deelnemen aan voedselacties en collectes, en later ook aan Nederlandse taallessen, tuinieren in de Gasttuin en werken in een fietsenwerkplaats. Met de werkgroep AO proberen we de activiteiten uit te breiden met naailessen, creatieve lessen en computerles. Omdat ook ongedocumenteerden recht hebben op een menswaardig leven.”
foto’s: Rianne van der Waals, Jan Lintsen