Laatste editie: Juli 2017 HomeDecember 2015 › Participeren ten koste van wat?

Participeren ten koste van wat?

Een kleine honderd klachten kreeg de SP binnen over misstanden bij de sociale werkvoorziening Breed. Vanwege de Participatiewet moet 85 procent van de 2200 socialewerkplaatsmedewerkers uitstromen naar een werkplek buiten Breed. Dat leidt tot de nodige spanningen. SP-raadslid Maarten Sweep neemt het op voor de medewerkers en presenteerde een zwartboek over de misstanden. Ina Hol, directeur van Breed, erkent dat de overgang voor veel medewerkers onzekerheid met zich meebrengt, maar benadrukt dat Breed niemand de boze buitenwereld in duwt als hij er nog niet aan toe is.

portretfoto Maarten Sweep

Maarten Sweep: „Uit de klachten die binnenkwamen op het in juli dit jaar ingestelde meldpunt, zijn drie hoofdconclusies te trekken. Ten eerste voelen veel Breed-werknemers zich niet fijn behandeld. Zo zit hun leidinggevende er geregeld bij als ze hun gegevens moeten invullen in het computersysteem dat bepaalt of ze in de beschermde omgeving van Breed kunnen blijven werken of dat ze naar een plek buiten Breed moeten. Soms zegt die leidinggevende over een vaardigheid ‘Dat kun je best’, terwijl de werknemer vindt van niet. Werknemers zijn bang daardoor hun beschermde werkplek te verliezen.”

portretfoto Ina Hol

Ina Hol: „Wij plaatsen geen medewerkers buiten de muren, als ze er nog niet klaar voor zijn. Daar hebben we geen belang bij. De opdracht van de gemeenten om 85 procent buiten Breed te plaatsen, gaat echt niet lukken. Ik ervaar eerder het tegenovergestelde. Dat het computersysteem aangeeft dat de medewerker klaar is om buiten de deur te werken terwijl de leidinggevende aangeeft dat hij nog niet zo ver is. Leidinggevenden zitten er soms bij op verzoek van de medewerkers, bijvoorbeeld omdat ze het moeilijk vinden om alles goed in te vullen in het computersysteem.” Overigens vullen zowel leidinggevenden als werknemers de vragenlijlst in. Hierna gaan ze in gesprek over de uitkomsten.

Sweep: „Maar als werknemers eenmaal te horen hebben gekregen dat ze buiten de deur kunnen werken, worden ze op een aparte afdeling geplaatst totdat er voor hen een plek is gevonden. Zij ervaren dat als heel vervelend, ze noemen het ophokken.”

Hol: „Medewerkers moeten het oude perspectief verlaten terwijl het nieuwe nog niet zeker is. We doen er alles aan om deze fase zo kort mogelijk te houden. Wel zijn we afhankelijk van de markt, we moeten voor hen een passende werkplek zien te vinden buiten het bedrijf.”

foto voorkant gebouw van Breed met met medewerkers
Voor veel medewerkers van Breed is de toekomst onzeker.

Sweep: „Een tweede grote bron van onvrede is het sanctiebeleid. Veel medewerkers vinden dit onrechtvaardig. Als iemand bijvoorbeeld te laat terugkomt van pauze, kan er meteen een boete volgen.”

Hol: „Net als elk ander bedrijf hebben wij regels: je mag niet stelen of je chef de huid vol schelden. Als dat soort dingen toch gebeurt, volgt er een sanctie. Ik weet dat werknemers het heel vervelend vinden, dat ze geen collega van de werkvloer mogen meenemen in het gesprek waarin de sanctie wordt besproken. Maar ze kunnen altijd iemand anders meenemen die ze vertrouwen, bijvoorbeeld de buurman.”

Sweep: „Wat meespeelt bij de onvrede, en dat is tevens de derde klacht, is dat veel werknemers het optreden van Breed bij ziekteverzuim respectloos vinden. Mensen moeten gaan werken, terwijl zij zich nog ziek voelen.”

Participatiewet en Breed
Mensen met een arbeidshandicap integreren in het reguliere werkproces, dat is het doel van de Participatiewet die op 1 januari dit jaar in werking trad. De sociale werkvoorziening neemt geen nieuwe mensen meer aan en de bestaande 2200 medewerkers van Breed worden opgedeeld in drie categorieën. De eerste categorie betreft mensen die zonder problemen bij een reguliere werkgever kunnen werken. De tweede groep bestaat uit werknemers die daartoe in staat zijn met enige begeleiding. Deze werknemers krijgen een ontwikkeltraject dat ze klaarstoomt voor de buitenwereld. De laatste categorie betreft werknemers voor wie een beschermde werkplek de enige optie is.

Hol: „In de individuele beleving is dit misschien zo, maar ik krijg geen signalen dat onze manier van werken verkeerd is. We hebben wel een hoog ziekteverzuim. Via een aanvullende zorgstructuur proberen we nu mensen weer aan het werk krijgen. Geregeld spelen andere problemen een rol, iemand heeft bijvoorbeeld schulden waar hij zo onder lijdt, dat hij niet kan werken. Door samen te werken met maatschappelijke organisaties hopen we ook de problemen achter het ziekteverzuim op te lossen.”

Sweep: „Bij het ziekteverzuim speelt mee dat het klimaat in het gebouw aan de Boekweitweg heel slecht is, vooral als het warm is. In de zomer kwam het vaker voor dat mensen met een ambulance moesten worden afgevoerd. Daardoor hangt er ook een slechte sfeer op de werkvloer.”

Hol: „Ik geef toe dat de klimaatbeheersing niet optimaal is. We investeren in verbeteringen, maar volgens de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid voldoen we aan de normen. Op de lange termijn stromen steeds meer medewerkers uit, waardoor het gebouw langzaam leeg komt.”

foto’s:

Jan Lintsen (Maarten Sweep)
Rianne van der Waals
Fabiënne Heijster (Ina Hol)

[Reageren op dit artikel? Neem contact op met de redactie via het contactformulier]
 

Social Media:

Laatste editie:

  • De Nijmeegse Stadskrant
  • Postbus 265, 6500 AG Nijmegen
  • tel: 024 - 388 85 07
  • redactie@denijmeegsestadskrant.nl