Gierzwaluwen zijn luchtacrobaten bij uitstek. Vrijwel heel hun leven brengen zij vliegend door. Enkel om te nestelen, strijken de gierzwaluwen hun vleugels neer. In hooggelegen nissen en spelonken brengen ze hun jongen ter wereld, ieder jaar op hetzelfde plekje. Maar soms gaat het mis en is hun nest onbereikbaar. Door een wonigrenovatie bijvoorbeeld. Gierzwaluwfanaat Jochem Kühnen probeert architecten en woningcorporaties te overtuigen nestgelegenheid voor de gierzwaluwen in hun ontwerp mee te nemen.
„Als ik niet had ingegrepen, hadden deze nestkasten hier niet gehangen”, zegt Jochem Kühnen, zittend op een bankje op het Kartuizerhof vlak achter het Joris Ivensplein. Boven hem jagen de gierzwaluwen met schril gepiep door de lucht. Het afgelopen jaar zijn de huizen aan het Kartuizerhof gerenoveerd. Kühnen wijst naar boven: „Onder de daken zaten gierzwaluwnesten. Die zijn wettelijk beschermd. Toen ik zag dat woningbouwcorporatie Talis hier wilde renoveren heb ik hen op hun plichten gewezen. Zij hebben toen deze nestkasten geplaatst.”
Vanwege de wettelijke bescherming van gierzwaluwnesten zijn bedrijven verplicht om een ecologisch adviesbureau in te schakelen, dat de nesten in kaart brengt. Al is het inschakelen van zo een bureau volgens Kühnen geen garantie dat nestplekken behouden blijven. „Niet alle bureaus hebben er evenveel aandacht voor. Pas zag ik een woningbouwcorporatie in het broedseizoen groot onderhoud plegen. De steigers waren afgedekt zodat de nesten onder de dakranden niet meer toegankelijk waren. Na overleg met het bouwbedrijf is de steiger verlaagd.” Bijkomende moeilijkheid is dat het vaak onbekend is dat op de te renoveren locatie gierzwaluwnesten zitten. „De vogels komen pas eind april aan en vertrekken weer begin augustus. Daarom moet je in de zomer vaststellen of ze er zitten, anders zie je ze niet”, aldus Kühnen.
Dat is heel simpel. Boor een gat onder de dakgoot. De gierzwaluw kan dan tussen de goot en de betimmering een gezin stichten.
Hoewel gierzwaluwen lange afstanden afleggen, zijn ze erg honkvast. „Elk jaar keren ze terug naar hetzelfde nest. Overschakelen naar een nieuwe plek gaat erg moeizaam. Voor elk plekje dat verloren gaat, moet je daarom vijf nieuwe nestplekken maken.” Kühnen weet dat hij in zijn eentje niet heel Nijmegen in de gaten kan houden: „Bij verbouwingen van particulieren verdwijnen veel nestgelegenheden, terwijl ook zij aan de wettelijke bescherming gebonden zijn.”
Kühnen sprak ook de architecten van het nieuwe Plein 1944. In de gevels van de nieuwbouw zitten veertig neststenen, waarin gierzwaluwen een onderkomen kunnen vinden. „De architecten waren snel bereid om mee te werken, terwijl dat bij deze nieuwbouw helemaal niet verplicht was.” Inmiddels staat ook een ander groot project op stapel. In de 24 verdiepingen hoge Nimbustoren die Talis bij het station bouwt, komen maar liefst honderd gierzwaluwnestkasten.
Zo blijft Nijmegen dankzij het werk van Kühnen ook voor toekomstige generaties stuntvliegers aantrekkelijk.
Gierzwaluwen zijn uiterst behendige vliegers. Vrijwel alles doen ze in de lucht: eten, slapen en paren. Alleen voor het bouwen van een nest hebben de vogels een vaste ondergrond nodig. Door de bouw van hun pootjes, er ontbreekt een teen die naar achteren wijst, kunnen ze niet op een takje zitten. Wel kunnen ze goed aan hun pootjes hangen. Gierzwaluwen die geen nestplaats hebben, verzamelen zich rond zonsondergang. Vervolgens stijgen ze tot twee, drie kilometer hoogte om daar te overnachten. Midden in de nacht dalen ze om op muggen te jagen, om aan het begin van de ochtend weer te klimmen. Een broedpaartje vangt tijdens het seizoen wel meer dan honderdduizend insecten.
De gierzwaluw maakt zijn nest van uiterst licht bouwmateriaal zoals pluisjes, veertjes en bloemblaadjes. Ze verzamelen immers niets op de grond, dus ze doen het met wat ze in de lucht tegenkomen. De gierzwaluw overwintert ten zuiden van de Sahara.
Een cruciaal moment in het leven van een gierzwaluw is het uitvliegen. De vlucht begint met een vrije val waarmee de nodige lift wordt gecreëerd. De vleugels van de gierzwaluw kunnen die lift namelijk zelf niet tot stand brengen. Als na die vrije val niet wordt overgegaan tot een reguliere vlucht en de jonge gierzwaluw op de grond belandt, is die bijna zeker ten dode opgeschreven. Een gierzwaluw die zijn luchtdoop wel overleeft, brengt de eerste jaren in de lucht door. Pas op twee- of driejarige leeftijd begint hij aan de bouw van zijn eerste nest. Een gierzwaluw kan met gemak zeven jaar oud worden. Het record staat op een gierzwaluw van 21 jaar oud, die in zijn leven zo’n honderd rondjes om de aarde heeft afgelegd.