Dit artikel is een onderdeel van het Stadskrantlijsttrekkersdebat. Lees meer hier
Voor het debat nodigde de Stadskrant de lijsttrekkers uit van de grootste vijf partijen. Allereerst die van de drie partijen die Nijmegen de afgelopen vier jaar bestuurden, te weten Pepijn Boekhorst van GroenLinks, Turgay Tankir van de PvdA en Rob Jetten van D??. Voor de oppositie ter linkerzijde nam Hans van Hoo?ft van de SP deel, voor de oppositie ter rechterzijde Hayke Veldman van de VVD. Elke lijsttrekker kreeg een vast tijdsblok om een zelfgekozen onderwerp centraal te stellen. Na een inleiding werd er vervolgens gezamenlijk over gedebatteerd. De volgorde waarin de sprekers aan het woord kwamen, werd bepaald per loting.
„Nijmegenaren zijn tevredener over de bereikbaarheid van de stad dan een paar jaar geleden”, leidt Rob Jetten zijn onderwerp in. De lijsttrekker van D66 pronkt met de resultaten van vier jaar deelname aan het college: een groene route zodat autoverkeer komend over de nieuwe brug niet tot verstoppingen elders leidt, verhoogde bushaltes, extra fietsenstallingen en fietssnelwegen. Voor D66 is dit niet genoeg. De partij wil investeren in slimme technologische middelen om de doorstroom van auto's te verbeteren zonder extra asfalt, meer fietspaden en extra fietsklemmen bij de kleine stations, en een nieuwe bushalte aan de Oranjesingel ter hoogte van de Van Schevichavenstraat, waardoor er minder bussen door het centrum hoeven te rijden. Kroonjuweel van D66 is de aansluiting op het NS-nachtnet. „Dat is niet alleen goed voor forensen, maar ook voor Doornroosje.”
„Allemaal mooie voorbeelden waaraan je kunt zien dat er de afgelopen jaren weinig tot niks gebeurd is”, reageert Hayke Veldman (VVD) sarcastisch. Iedereen schiet in de lach. „Waar heb jij geleefd?!”, schertst Pepijn Boekhorst (GroenLinks). Veldman: „Ja, er is een brug aangelegd, maar dat was niet dankzij het college dat er nu zit.” „Nee, D66, VVD en CDA waren altijd tégen die brug”, merkt Hans van Hooft (SP) ter herinnering op.
Onverstoorbaar vervolgt Veldman zijn betoog. „Het aftellen bij de stoplichten is een idee dat de VVD in de raad heeft ingebracht. Inmiddels loopt er een derde proef. Waarom moet dat in Nijmegen drie tot vier keer beproefd worden eer we het invoeren? Het is een angstige wethouder, terwijl je gewoon stappen kunt ondernemen.”
Ook de aansluiting op het NS-nachtnet vlot volgens Veldman niet. Jetten verdedigt zich. „In de Provinciale Staten heeft onder andere de VVD zich ertegen verzet. De lobby vanuit Nijmegen de afgelopen vier jaar heeft er nu wel toe geleid dat alle partners nu ja durven te zeggen.” Hans van Hooft besluit de discussie over het nachtnet dat dit geen uniek D66-punt is, want alle partijen in Nijmegen zijn het erover eens.
„Maar nou nog even over de nieuwe stadsbrug”, wendt hij de discussie. „Het frappante is dat D66 er altijd tegen was, net als de VVD, die altijd de A73 wilde doortrekken. Nu ligt die nieuwe stadsbrug er, en je ziet hoe geweldig het uitpakt!” Jetten erkent dat D66 het verkeerd zag. „Onze angst zat in de aan- en afvoer van die brug. Maar ik geef direct toe: heel goed dat die stadsbrug er is gekomen, en ja, dat hebben de drie linkse partijen gerealiseerd.” Maar voegt hij eraan toe, vervoersdeskundigen voorzien over twintig jaar wel problemen.
Pepijn Boekhorst mengt zich in het gesprek. „Ook vervoersdeskundigen kunnen niet twintig jaar vooruitkijken en voorlopig zitten we goed. De afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in de bereikbaarheid per auto en het is nu tijd om te investeren in de fiets en het openbaar vervoer.” Dat gaat Veldman te ver, hij wil de Dorpensingel-Oost in Lent doortrekken. Van Hooft ergert zich aan de legebussensubsidie voor de Waalsprinter. „Er zitten gemiddeld twee passagiers in die bus, dat kost acht ton per jaar. Dat geld kunnen we beter inzetten om de gratis bus voor 65-plussers terug te krijgen. Voor de huidige 65+-ov-jaarkaart vraagt het college vanaf volgend jaar vijftig euro, tegen twintig nu.” Turgay Tankir (PvdA) vindt dat het geen zin heeft om iedere oudere een gratis buskaart aan te bieden. „Er zijn ouderen die het kunnen betalen.”
Van Hooft werpt tegen dat het uitzoeken wie recht heeft op gratis vervoer meer geld kost dan iedereen zo'n kaart te verstrekken. Tankir bestrijdt dat en zegt toe ervoor te zorgen dat ouderen met een laag inkomen gratis met de bus kunnen. Boekhorst valt hem bij: „We kunnen werken aan een stadspas, waarmee we gericht mensen kunnen ondersteunen die het echt nodig hebben.”
Dat de discussie nu ontaardt in de ambtelijke kosten voor het verstrekken van een vervoerskorting voor minima, is volgens Jetten een goed teken. „Het debat over bereikbaarheid gaat nu alleen nog maar over een 65+-pas.”